Jongerenwebsite.nl-moppentrommel

[lwk88]

Een man aan de bar:
“Vroeger... vroeger had ik allerlei geweldige dromen over hoe m’n leven zou gaan.
Vandaag... vandaag sta ik hier aan de bar.
Je ziet, sommige dromen komen uit!!”

[lwk88]

Er zitten 2 mannen in de kroeg.
Zegt de ene: Ik had je uitgenodigt om een glaasje op mijn gezondheid te drinken en nu ben je al met het achtste glas bezig.
“Maar je ziet er ook zo slecht uit.....”, zegt de ander

[lwk88]

Staat een vent aan de bar en zegt tegen de barkeeper:
“Mag ik vijf bier, drie bacardi cola, twee 7 up en een spa rood.”
Vraagt de barkeeper: “Wil je er een dienblad bij?”
Zegt die man: “Nou nee, ik heb m’n handen al vol zat!!”

[lwk88]

Elke vrijdagavond ontvangt een cafe-eigenaar het doofstommevrijgezellenclubje.
Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op:
“Zeg Jan, ik ben ziek, maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten, dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden, zou jij vanavond voor mij willen invallen?”
Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen, hij gaat vantevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen.
“Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels, als ze één vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel, dat is alles.”
Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club, en Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel... alles gaat goed.
Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen, en Jan weet niet goed wat hij moet doen.
Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit.
De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen, ten einde raad belt Jan zijn broer op:
“Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen, ik snap echt niet wat ze willen.”
“O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen, dan zitten ze het clublied te zingen”

[lwk88]

Er komt een mannetje een café binnen en met een heel hoog stemmetje zegt hij: “Mag ik een glaasje melk van u?”
Met zo'n zelfde hoog stemmetje andtwoord de barkeeper: “Natuurlijk mag u een glaasje melk van me.”
“Dat vind ik niet leuk,” zegt het mannetje, “u doet mij na.”
“Nee hoor,” zegt de barkeeper, “ik doe u niet na, zo praat ik nu eenmaal.”
Even later komt er een andere man het caf锚 binnen.
Met een normale stem vraagt hij: “Mag ik een pilsje van u?”
Dit keer antwoord de barkeeper met een normale stem: “U wilt een pils. Natuurlijk, meneer, alstublieft.”
“Zie je nou wel,” roept het mannetje met de hoge stem: “U deed mij wel na.”
“Nee hoor,” zegt de barkeeper met een hoge stem: “Ik deed ú niet na, ik deed hém na”

[lwk88]

Komt er een manke een bar binnen en begint opeens een stotteraar tegen hem te praten.
Hij zegt: “Weet jij ho-e j-e van dat dat ma ma manke lo lo lopen afafaf komt?”
“Nou”, zegt de manke.
“Met 1 b b been o-p d-e s s stoep en en en met 1 in de de g g goot.”
“Okay” zegt de manke, “en weet jij hoe je van dat stotteren af komt?”
“N n nou?” vraagt de stotteraar.
“Door je bek te houden”

[lwk88]

Er zitten twee kerels aan de bar.
Zegt die ene: “Ik heb vijf dochters en nog geen schoonzoon.”
Waarop die andere vent zegt:
“Dat is nog niks: “Ik heb een dochter en vijf schoonzoons”

[lwk88]

Zit een man in een kroeg met een kaal hoofd.
1 van zijn vrienden wil leuk zijn en aait over zijn bol.
“Verrek, dat voelt precies zo glad als de billen van mijn vrouw”, zegt hij.
De kale voelt nu zelf ook en zegt: “Je hebt gelijk, man”

[lwk88]

Er zit een kerel in de kroeg de hele tijd naar de jongen naast hem te roepen:
“Ik heb je moeder geneukt, ik heb je moeder geneukt!”
Dit gaat zo een tijdje door totdat de jongen opstaat en zegt:
“Kom pa, we gaan naar huis, je bent weer dronken”

[lwk88]

Komt een zeeman een havenkroeg binnen met een papegaai op de schouder.
“Wel”, vraagt de kroegbaas, “kan hij al praten?”
“Weet ik niet niet”, zegt de papegaai, “ik zit er pas op”

[lwk88]

Twee mannen lopen over straat beide hebben ze een hond aan de lijn de één met een Rottweiler en de ander met een Pekinees.
Het is warm en de ene man zegt: “Zo, ik zou best wel zin in een pilsje willen hebben!”
“Ja ik ook wel” zegt de ander, dus ze lopen naar het dichtstbijzijnde café toe.
Bij de ingang staat een bordje 'verboden voor honden'.
“Shit!” zegt de één, “Nu moeten we eerst onze honden naar huis brengen.”
“Niets daarvan!” zegt de ander “Let maar op” Hij doet een donkere zonnebril op en gaat met de Rottweiler aan de lijn naar binnen.
De cafébaas komt achter de bar weg en zegt streng: “sorry verboden voor honden hier”
“U wilt me toch niet gaan discrimineren, omdat ik blind ben en een geleidehond nodig heb” zegt de man.
“Een Rottweiler als blindegeleide hond? Dat zie je ook niet vaak” zegt de cafébaas.
“Ja” zegt de man “tegenwoordig experimenteren ze met allerlei rassen.”
“OK dan zal het wel goed wezen, kom dan maar binnen” zegt de cafébaas.
De andere man ziet dat het gelukt is en doet ook z‘n zonnebril op en loopt met het pekineesje aan de lijn naar binnen.
“Sorry hier mogen geen honden komen” roept de cafébaas.
“Ja maar dit is mijn geleidehond!” roept de man verontwaardigd.
“Een Pekinees als geleidehond, dat geloof je toch niet!” roept de cafébaas.
Zegt de man: “Een Pekinees? Een Pekinees?? Hebben ze mij verdomme een Pekinees gegeven!?”

[lwk88]

Er komt een man in een bar waar de barkeeper zwart is.
De man gaat zitten en schreeuwt “Neger 1 bier”. De barkeeper is verbaasd maar schenkt een biertje in. De man slaat hem achterover en roept “Neger nog een bier” en dit gaat zo even door. De barkeeper wil de man toch enige manieren bijbrengen en zegt tegen de man.
“Vindt u dat nou beleefd hoe u doet?” “Ik weet niet waar u het over heeft” zegt de man.
“Hmm OK” dan doen we het anders “ik ben de klant en u de barkeeper”. “Is goed” zegt de man en hij gaat achter de bar staan. De zwarte barkeeper loopt naar buiten en komt even later weer binnen, gaat zitten en vraagt beleefd: “Meneer mag ik een biertje van u?” “Nee” zegt de man “We bedienen hier geen negers!”

[lwk88]

Er komt een man in een café en vraagt met een rare stem om een biertje.
Zegt die barkeeper: “Wat is er met jou gebeurd?”
“Nou”, zegt die man, “ze hebben in de 2e wereldoorlog mijn strot doorgesneden, maar ik heb me er doorheen geslagen uit liefde voor m’n vaderland!”
Een andere man aan de bar die meeluisterde roept: “We hebben een oorlogsheld in ons midden!”
En biedt hem wat te drinken aan. Hij drinkt de hele avond op de kosten van de ander.
“Nou”, zegt die man aan het eind van de avond, “ik moest maar weer eens gaan.”
Hij loopt naar de deur, draait zich om en zegt: “Auf wiedersehen!!”

[lwk88]

Er komt een man in een café en vraagt met een rare stem om een biertje.
Zegt die barkeeper: “Wat is er met jou gebeurd?”
“Nou”, zegt die man, “ze hebben in de 2e wereldoorlog mijn strot doorgesneden, maar ik heb me er doorheen geslagen uit liefde voor m’n vaderland!”
Een andere man aan de bar die meeluisterde roept: “We hebben een oorlogsheld in ons midden!”
En biedt hem wat te drinken aan. Hij drinkt de hele avond op de kosten van de ander.
“Nou”, zegt die man aan het eind van de avond, “ik moest maar weer eens gaan.”
Hij loopt naar de deur, draait zich om en zegt: “Auf wiedersehen!!”

[lwk88]

Een man komt laat thuis uit zijn werk, als hij vraagt wat ze eten, zegt zijn vrouw:
“Nou, je treft het, ik heb niks klaargemaakt, want we hebben niks in huis.”
De man zegt: “Laten we dan naar een restaurant gaan, dan gaan we lekker escargots eten.”
De vrouw heeft daar weinig zin in en zegt:
“Ga jij nou maar naar de winkel om escargots te halen, dan maak ik ze hier wel klaar.”
De man gaat naar de winkel en koopt escargots, twaalf in een zakje.
Hij stopt ze in zijn binnenzak.
Onderweg terug naar huis komt hij een vriend tegen, gaat nog naar een kroegje, komt weer een vriend tegen, blijft in een ander cafe nog even hangen...
Uiteindelijk komt hij met een flink stuk in zijn kraag om kwart over twee ’s nachts weer thuis. Hij is zo dronken dat hij zijn sleutel niet in het slot krijgt.
De sleutelbos valt op de grond, hij bukt zich en alle escargots vallen op de grond.
In pure ellende belt hij maar aan.
Zijn vrouw doet open en vraagt: “Waar blijf je nou?”
Zegt de man tegen de slakken op de grond:
“Kom op jongens, nog een klein stukje”